Dynamiek en taal van een team

Een fijne cadans ondanks onderlinge verschillen

Kort geleden stapten we met onze damesacht na dertig jaar samen in de boot. Bijna vergeten hoe prachtig de Bosbaan in het Amsterdamse bos is in de ochtend als de zon schijnt en het water vrijwel rimpelloos. Op een enkeling na had niemand sinds onze laatste roeiwedstrijd van het seizoen 1993-‘94 nog in een roeiboot gezeten. Heel bijzonder was het om in de botenloods te ervaren dat iedereen nog steeds de commando’s en handelingen kent en we met elkaar precies hetzelfde doen. Ook als we de boot vanaf het vlot in het water leggen, instappen, afstellen en langzaam weg roeien. Iedereen op haar eigen positie in de boot. Niemand wist nog alles feilloos, maar we vulden elkaar perfect aan. We waren weer dat team.

Met roeien kom je alleen vooruit als je in de boot allemaal hetzelfde doet. Dat luistert nauw. Van te voren was er een lichte vrees dat we zouden omslaan bij het instappen. Of anders wel na de eerste halen. Eenmaal in de boot vertrokken we behoedzaam en bouwden het langzaam op. Met ‘klapjes’ en daarna ‘tubbent’ in setjes van vier om vier. Vooral omdat één van ons van te voren had aangegeven een knieblessure te hebben. Voor de zekerheid stond er een stand-in klaar voor als het echt niet zou gaan. Dus rustig opbouwen als collectief. Oefeningen popten op en iedereen wist meteen weer wat de bedoeling was.

Als collectief vooruit

We vonden steeds meer balans en toen we eenmaal met z’n achten tegelijk roeiden, was daar weer dat geweldige gevoel om samen zo’n ruim 18 meter lange boot in beweging te brengen, snijdend door het water. In hetzelfde ritme. We genoten volop. Voor een kenner zag het er waarschijnlijk klungelig uit, maar er zaten echt mooie en goede halen tussen. We roeiden als één geheel doordat we met elkaar de roeihalen zo uitvoerden dat de geblesseerde aan boord volledig mee kon in het tempo en kracht.

Roeien is een bijzondere sport. Om vele redenen. Waar het hier om gaat, is dat we na dertig jaar met elkaar in de boot stappen en weer als collectief vooruit komen. Ondanks diverse onderlinge verschillen in conditie en fysieke mogelijkheden. We gaan vooruit, omdat we na al die tijd nog steeds dezelfde taal spreken in de boot. Ook al is iedereen buiten de boot met heel andere dingen bezig. In de boot is er slechts één stand; dezelfde focus en taal. En we hielden daarbij rekening met de blessure in de boot.

Samen perfectioneren

Toen we allemaal nog dagelijks trainden op de Bosbaan was dat niet anders. Andere studies, andere interesses, andere karakters, andere motivaties, verschillen van mening, andere humor, ander postuur, andere krachten enzovoort. Je zag het bij iedere roeiploeg. Allemaal uniek buiten de boot, maar eenmaal met de handen aan de boorden en ogen in de boot is alles hetzelfde. Dan gaat alles klokslag gelijk, omdat je hetzelfde doel wilt bereiken: als eerste over de finishlijn na 2000 meter. Iedere training werk je weer toe naar dat doel. Samen blijf je perfectioneren en elkaar versterken. Ondanks individuele verschillen. Of misschien wel juist daarom.

Vergelijkbaar met dynamiek op de werkvloer

Wat heeft dit te maken met dynamiek op de werkvloer? Dat kwartje viel voor mij toen we na dertig jaar weer in de boot zaten. Roeien gaat niet vanzelf. Een roeihaal bestaat uit vele onderdelen. Al deze elementen moeten goed worden uitgevoerd. Soms loopt de boot niet. Om verschillende redenen. Iemand is te laat in een deel van de haal. Of te snel. Met gedachten ergens anders. De krachten in de haal zijn ongelijk verdeeld. Er is een blessure. Het kan van alles zijn. Het gaat erom dit in beeld te krijgen, zodat je er als collectief iets mee kunt. Op de juiste manier. Niet door onbewust elkaar te compenseren waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Maar juist door met elkaar continu open en bewust te zijn van je eigen impact op de performance van het hele team. Ook als iemand bijvoorbeeld door een blessure niet voluit kan gaan. Dat deel je voordat je met elkaar in de boot stapt. Met balansoefeningen en een net iets andere roeihaal vang je dit met elkaar op in de boot. Hiervoor is het nodig dat je zelf bewust bent van jouw invloed op het geheel; inzicht in elkaar hebt en daarover dezelfde taal spreekt. Alleen dan ga je vooruit en kun je versnellen. Onuitgesproken of verborgen knelpunten leiden (in)direct tot onrust. Dan gaat iedereen zelf en vaak onbewust sleutelen aan het probleem in plaatst van samen kijken hoe je dit kunt ondervangen en oplossen. In plaats van iets individueel onbewust en onbedoeld te vergroten, verklein je een issue juist samen.

Inzicht hebben en geven

Dat is op de werkvloer niet anders. Ook daar moeten radartjes in elkaar passen. Net als de roeihalen in een roeiboot. Onderlinge verschillen binnen een team zijn daarbij geen probleem. Zolang dit van tevoren inzichtelijk is en je binnen het team dezelfde taal spreekt. Dan kun je er met elkaar een geheel van maken. Als er ergens iets hapert, is het dan ook goed dit tijdig met elkaar te delen zodat je als team hierop adequaat kunt anticiperen. Zo voorkom je onbedoeld gedoe. Verlies je geen tijd. En blijf je in cadans.